In gewoon Nederlands is een strategie een plan om te bereiken wat je wilt. In managementtaal: hoe middelen worden ingezet om doelen te bereiken. En dan begint het. Want om iets zinnigs te kunnen bedenken zal er eerst wat gedefinieerd en vastgesteld moeten worden. Wat is de missie? Welke visie hebben wij? Welke doelstellingen willen wij behalen (even achterom kijken: wat waren onze missie en visie ook alweer?) en hoe bereiken wij dat?
Strategie is noch een geïsoleerd managementproces noch een speeltje van bestuurders. Sommige organisaties kunnen zonder, bijvoorbeeld de bakker in een afgelegen dorpje. Hij moet natuurlijk wel goed brood bakken. Anderen zullen zich wel moeten bezinnen op doelen en mogelijkheden. Waarbij een continu hernieuwen ook weer niet moet omslaan in reorganisaties die nooit lijken te stoppen. Een teveel doet het risico toenemen op verstrikt raken in jargon, het slikken van oude wijn in nieuwe zakken en het najagen van wensbeelden, koste wat het kost. Uiteraard is het makkelijk praten vanaf de zijlijn. De eigen organisatie door en door kennen biedt in elk geval de beste uitgangspositie.
Zonder op de stoel van de bestuurder of consultant te gaan zitten, kunnen wij een bijdrage leveren. Met een consultancy achtergrond is kennis van het onderwerp aanwezig. Wij denken graag mee, kijken liefst met een kritische blik naar de power point presentaties die het voornoemde laten samensmelten in een klinkend strategisch plan. Want soms kan het eenvoudiger. In het andere geval kan het consistenter. En het kan ook voorkomen dat alles zo door elkaar is geklutst dat niemand er iets van zal begrijpen. Zo’n betoog treft meestal geen doel. Dan moet er inhoudelijk aan gesleuteld worden. Meestal kan dat binnen de organisatie worden gedaan, desgewenst met een aantal richtlijnen over een logische opbouw. Het blijkt te werken.
Weten wat je wilt. Daar begint het mee. Dat kan zijn: een smakelijke, zelfbereide maaltijd nuttigen in de vrije natuur, liefst ergens waar je helemaal alleen bent. Daar is dan voor nodig: natuur/locatie, ingrediënten, de middelen om deze te verwerken tot iets eetbaars, de vaardigheid om voedsel te bereiden, de wil om er iets lekkers van te maken. En een lepel.